Hoofdmenu

Huismus

Natuurrijk Rekken  

 

Zo gewoon en toch speciaal: de huismus

 

huismus (m) huismus (v)
Mannetje Vrouwtje

Huismussen, die kent iedereen, daar hoef je helemaal geen vogelkenner voor te zijn. Is over dat simpele vogeltje dan iets speciaals te melden dat het lezen waard is? Toch wel!

Van spectaculaire kleuren moet de huismus het niet hebben en ook het geluid is al net zo eentonig als het repertoire van Frans Bauer. Het inspireerde een Nederlandse dichter een gedicht te maken dat alleen maar uit een herhaling van het woord “tjielp” bestaat en daarmee is eigenlijk alles gezegd. In Leiden staat dit gedicht op een muur (www.muurgedichten.nl/hanlo.html).

Wat ons meteen opviel toen we in Rekken kwamen wonen was het grote aantal mussen dat hier leeft. Er zullen weinig huizen in Rekken zijn waar niet tenminste één paartje een nestelplekje heeft gevonden, ergens onder een dakpan of in een muurspleet. Vogelbeschermers maakten zich de afgelopen jaren nogal zorgen over de achteruitgang van de huismus. Het aantal broedparen in Nederland is in enkele tientallen jaren ongeveer gehalveerd. Die achteruitgang komt vooral, zo denkt men, doordat nieuwbouwhuizen niet meer genoeg nestgelegenheid bieden. Voor een goede isolatie zijn alle kiertjes en gaatjes dichtgemaakt en onder de dakpannen is vaak te weinig ruimte om er een nest te bouwen. Wat ook kan meespelen is gebrek aan goed voedsel voor hun jongen. Het voedsel van volwassen huismussen bestaat hoofdzakelijk uit zaden, maar ze zijn niet kieskeurig en vooral in de steden zijn huismussen echte alleseters, dus daar ligt het probleem niet. Maar pasgeboren jonge mussen hebben vooral eiwitrijke insecten nodig om goed te kunnen groeien en daar ontbreekt het vaak aan in verstedelijkte gebieden met weinig groen.

 

huismusVan deze achteruitgang lijkt in Rekken niet veel te merken. Blijkbaar vinden de mussen in het dorp en het omringende boerenland voldoende voedsel en is er ook genoeg nestgelegenheid. Op veel Rekkense huizen liggen “ouderwetse” bolle dakpannen waar de mussen maar al te graag gebruik van maken.

 

 

 

Huismussen leven alleen maar op plekken waar ook mensen wonen. De huismus is waarschijnlijk ontstaan toen de mens ongeveer tienduizend jaar geleden in het Midden-Oosten landbouw ging bedrijven en graan ging telen. De voorouder van de mus is verwant aan de Afrikaanse wevervogels. Dat kun je soms nog zien want heel af en toe bouwt een mussenpaartje nog een kunstig gevlochten nest in een boom. En nog steeds nemen mussen graag een stofbad, wat herinnert aan hun leven in droge gebieden.

De eerste huismussen pikten graag een graantje van de mens mee en verspreidden zich samen met hem over Europa. Eeuwen later brachten Europese emigranten huismussen, die ze van thuis zo goed kenden, naar vreemde werelddelen. Zo werden rond 1850 de eerste huismussen losgelaten in New York en al 30 jaar later hadden ze heel Noord-Amerika veroverd. Ook in o.a. Australië en Nieuw-Zeeland zijn huismussen ingevoerd.

Huismussen zijn behoorlijk vruchtbaar: tussen maart en augustus produceert een paartje 2 tot 3 legsels van 4-6 eieren. Niet alle jongen blijven in leven: huiskatten en ook sperwers eisen vooral onder jonge mussen hun tol en van de jonge mussen overleeft maar ongeveer de helft de eerste winter. Huismussen trekken in de herfst niet weg, maar vliegen dan in groepjes rond op zoek naar voedsel. Misschien ook wel in uw tuin!

Deze bijdrage komt van Paul Brugman.

Paul Brugman is bioloog. Twee jaar geleden is hij samen met zijn vrouw Myriam, die lerares van beroep is, vanuit het “stadse” Haaksbergen in het “dorpse” Rekken komen wonen. Op deze plek zal hij regelmatig verslag doen van hun natuurbelevenissen in en om Rekken.