Hoofdmenu

Natuurrijk Rekken

Slijmerige invasie

Het zal niemand zijn ontgaan, de enorme hoeveelheden regen die we afgelopen zomer bij tijd en wijle over ons heen hebben gehad. En dan zijn we er bij ons nog genadig afgekomen. Hagelstenen zo groot als tennisballen, zoals die in juni in Brabant vielen, zijn ons gelukkig bespaard gebleven en maar 20 km naar het oosten waren de buien nog veel zwaarder dan de omgeving van Rekken. Via de Berkel kwam al dat water naar het westen en dat hebben we gemerkt want op meerdere plekken stroomde die over.

Overstroming Berkel in juni 2016

 

De zomer is nog niet helemaal voorbij en we beleven nu zelfs nog enkele zeer warme dagen, maar al met al was er voor de echte zonaanbidder niet al te veel te genieten. Een natte zomer zorgt ook in de natuur voor winnaars en verliezers. Zo waren er minder vlinders dan in eerdere zomers, die warmer waren. Maar er waren ook dieren die het de afgelopen maanden prima naar hun zin hebben gehad.

Erg opvallend was het enorme aantal slakken in allerlei soorten, maten en kleuren. Slakken zijn honderden miljoenen jaren geleden ontstaan als zeedieren en de meeste soorten leven nog steeds in zout of zoet water. Maar in de loop van de evolutie zijn er ook slakken ontstaan die zich aan het leven op het land hebben aangepast. Maar ook daar kunnen ze alleen overleven in een vochtig milieu. Daarom zijn de meeste slakken vooral ’s nachts actief en overdag alleen als het regenachtig weer is. Bij droog weer kruipen ze weg op een vochtige plek. Huisjesslakken kunnen bovendien bij droogte hun schelp afsluiten met een uitgedroogd laagje slijm. Slakkenslijm beschermt niet alleen tegen uitdroging maar maakt het ook nog eens gemakkelijker om over de ondergrond te kruipen. Waar een slak gekropen heeft, zie je dan ook een glimmend slijmspoor.

Al dat geslijm klink misschien wat onsmakelijk, maar sommigen geloven dat slakkenslijm een heilzame werking voor de huid heeft. Er bestaan cosmetica op basis van slakkenslijm die beloven dat je er weer jong en stralend uitziet.

Wat het weer betreft hebben de slakken de afgelopen zomer gouden tijden beleefd. Zo struikelde je bijna over de enorme aantallen naaktslakken, slakken zonder huisje op hun rug, die met gevaar voor eigen leven over het asfalt en de fietspaden kropen. Deze slakkensoort heet dan ook niet voor niets grote wegslak.

 

Grote wegslak

 

Er leven in Nederland ongeveer 25 soorten naaktslakken, waarvan sommige sterk op elkaar lijken. Naaktslakken zijn in de evolutie ontstaan uit slakken die wel een huisje hebben. Als overblijfsel daarvan hebben naaktslakken nog wel een klein plat kalkschildje in hun lichaam.

De grote wegslak kan wel 20 cm lang worden en is nogal variabel van kleur. Sommige dieren zijn fel oranje, maar meestal zijn ze bruin. Ze eten levende en dode planten, maar ze zijn ook niet te beroerd om overreden soortgenoten naar binnen te werken. Hun tong werkt als een soort rasp. Net als andere slakkensoorten hebben wegslakken vier tentakels aan hun kop. Ze hebben ogen op steeltjes, want die zitten in de top van de beide grote tentakels aan de bovenkant van hun kop, de onderste kleinere tentakels bevatten een reuk- en tastorgaan. Opvallend is het gaatje dat ze aan de zijkant van hun lijf hebben. Dit is een opening waardoor de slak ademt.

Grote wegslak als kannibaal

 

Er leven in en om Rekken ook allerlei slakkensoorten met een huisje. De bekendste is wel de tuinslak. Er zit veel variatie in de kleur en tekening van tuinslakken. Meestal overheerst de kleur geel waarover een donker gekleurde spiraalband loopt, maar ook bruin en roze komen als basiskleur voor. De kleur en tekening van tuinslakken is erfelijk bepaald. Wetenschappers denken dat het aandeel tuinslakken met een lichte kleur in onze streken toeneemt. Het klimaat wordt warmer en lichtgekleurde slakjes zouden daardoor in het voordeel zijn ten opzichte van hun donkerder soortgenoten doordat hun huisjes beter in staat zijn het zonlicht te weerkaatsen.

Huisjes van de tuinslak in verschillende kleuren

 

Een andere soort huisjesslak, die we ook in onze tuinen vaak kunnen vinden, is de segrijnslak. Deze slakken zijn nauw verwant aan de bekende wijngaardslakken, die vooral in Frankrijk graag worden gegeten (escargots). De echte wijngaardslak is in Nederland zeldzaam en komt in Nederland voornamelijk voor in Zuid-Limburg. Ze zijn wettelijk beschermd.

Segrijnslakken kwamen oorspronkelijk helemaal niet in Nederland voor maar zijn door toedoen van de mens, opzettelijk of onopzettelijk, vanuit Zuid-Europa naar het noorden verspreid. Ook de segrijnslak is eetbaar en vooral in Spanje worden ze als “caracoles” graag gegeten.

De naam van deze slak is afgeleid van “segrijn”, een oud woord voor de huid van haaien en roggen die vroeger als schuurpapier werd gebruikt. De kleur en tekening van het slakkenhuis lijken wel wat op deze huid.

Segrijnslak

 

Op veel plekken rond Rekken is de heesterslak te vinden, vooral daar waar veel brandnetels groeien waar de slak graag van eet. De heesterslak lijkt wel wat op de segrijnslak, maar is veel kleiner en heeft een wat andere tekening.

Heesterslak

 

Op heel vochtige plaatsen, vooral in het gras en het riet langs de oevers van sloten en beken, leeft het kleine barnsteenslakje. Sommige barnsteenslakjes hebben de pech dat ze worden geïnfecteerd met een worm. Deze parasiet zorgt ervoor dat de tentakels van de slak sterk opzwellen, een opvallende groenwitte kleur krijgen, niet meer ingetrokken kunnen worden en zelfs pulserende bewegingen gaan maken. Dit valt natuurlijk erg op en de geïnfecteerde slakjes maken een grote kans door een vogel te worden opgegeten. En dat past precies in het straatje van de worm, want die plant zich in het darmkanaal van de vogel voort. Met de vogelpoep worden de jonge wormpjes verspreid, waarna ze op zoek gaan naar nieuwe slachtoffers onder de barnsteenslakjes.

Barnsteenslakjes

 

Bij de meeste slakkensoorten bestaan er geen mannetjes en vrouwtjes: ze zijn tweeslachtig, wat betekent dat ze tegelijk mannetje en vrouwtje zijn, ofwel met een duur woord hermafrodiet. Toch hebben ze om zich voort te kunnen planten een andere slak nodig: de slakken bevruchten elkaar wederzijds.

Parende grote wegslakken

 

 

Veel slakken eten graag mee van onze tuinplanten. Vooral aan hosta’s is goed te zien hoe goed de slakken het afgelopen maanden naar de zin hebben gehad. Wil je dit tegengaan, dan bestaan er allerlei milieuvriendelijke middeltjes, zoals een bierval, een tot de rand ingegraven potje met bier. Er bestaan slakkenkorrels met de gifstof metaldehyde. Maar dit middel is niet alleen voor slakken gevaarlijk, maar ook voor  honden en katten. Vergiftigingen hebben bij honden vaak een dodelijke afloop. Gelukkig is de verkoop van slakkenkorrels met deze stof sinds vorig jaar verboden.

Hosta’s na slakkenbezoek

 

Maar misschien is het “gaatjeseffect” ook wel decoratief, in elk geval heel natuurlijk!

 

PB, 24-08-2016