Hoofdmenu

90-jarige Co: ’Ik heb wel voor 2 levens gewerkt’

Co Knappstein (links) helpt haar dochter Jaqueline bij het worst maken                  Foto: Peter van de Vondervoort

Rekken – ‘Oude bomen moet je niet verplanten’. Co Knappstein (90) lacht om die uitdrukking, haar ervaring is anders. Dochter Jaqueline (64) betrok in 2014 vanuit Nieuwegein een opknapwoning in hartje Rekken. Als mantelzorgster schreef ze haar moeder meteen in voor een huurwoning. Sneller dan verwacht bood wooncorporatie ProWonen een seniorenwoning aan. Co en Jaqueline blikken tevreden terug op die keuze en vertellen over wat ze samen delen: koken en eten bij Eetcafé Rekken.

Door Peter van de Vondervoort

Na zeven jaar wonen is Jaqueline nog steeds blij met haar emigratie. Waarom Rekken? Jaqueline: “Mijn wens was een huis met een flinke tuin. Omdat ik voor justitie over het gehele land cliënten afleverde, kende ik deze mooie streek al. Ik trof een opknapper die al enige tijd leeg stond. Dat maakte deze woning voor mij als alleenstaande betaalbaar. In 2020 ging ik na zestien jaar werken bij de Dienst Justitieel Vervoer, met vervroegd pensioen. Ik heb nu tijd om huis en tuin verder te verfraaien en bij te springen in de zorg voor mijn moeder. Mijn zoon Wilco (36) woont in Winterswijk, zoon Kim (33) in Doorn.”

Co zegt blij te zijn het haar besluit om Jaqueline te volgen naar de Achterhoek. “Ik voel me hier thuis. Ik ben gezegend met vijf kinderen, waarvan Jaqueline de middelste is.  Daarna volgen er negen kleinkinderen tussen 20 (Brian) en 40 jaar (Inge). Mijn man Will overleed helaas in 1984 op 58-jarige leeftijd. Sinds die tijd ben ik bewust alleenstaand. In Rekken zit ik op koersbal en bejaardengym. Naast de omgang met eigen familie zijn dat uitstapjes waar ik naar uitkijk.”

Tweede moeder
Co (Jacoba) Knappstein – Schalkwijk komt in 1931 ter wereld in IJsselstein, bij Utrecht. Aan de Kromme Rijn, drie kwartier lopen naar de lagere school. Ze is de oudste in een katholiek gezin met twaalf kinderen, vijf meiden en zeven jongens. Vader werkt bij machinefabriek Werkspoor Utrecht. Thuis is het flink aanpoten, ze wordt ook wel ‘tweede moeder’ genoemd. Na de zesde klas haalt ze haar diploma linnen naaien, voornamelijk verstelwerk. Daarna door voor costumière; jurken, broeken en bovenkleding maken. Tot slot de coupeuse-opleiding, volledig patroon tekenen en een paspop van een maatwerk jas voorzien. Ze leert ze haar man Will kennen en trouwt in bij haar schoonvader. Ze doet veel naaiwerk voor modehuis Vinke in Utrecht, zoals trouwjurken in elkaar zetten. Haar man is beroepsmilitair en geeft ’s avonds autorijles. Door toenemende drukte schoolt Co zich om naar rijschoolinstructrice. Van 1962 tot 1982 geeft zij overdag les. In 1980 gaat Will met pensioen en wordt hij gevraagd om een zuid-Franse camping bij Agde te managen. Dat Will vloeiend Engels kan, spreekt in zijn voordeel. Co bouwt thuis de rijschool af en drie jaar werken ze op die camping. Co: “Alles bij elkaar heb ik wel voor twee levens gewerkt.”

Tropenjaren
Nadat Will in 1984 overlijdt, is haar inkomen krap. Ze wordt inwonend gastvrouw in de Pastorie naast de Antoniuskerk, onderdeel van de Dominicaanse kloosterorde in Utrecht. Na vier jaar schuift ze als medebewoonster door naar het Giordano Bruno Huis. Weinig verdiensten, de lage huur vergoed veel. Het grote huis biedt velen een veilig en gastvrij onderdak. Zo is het een opvangplek voor meiden, die zich uit de vrouwenhandel bevrijd hebben. Co helpt waar ze kan en neemt actief deel aan misvieringen. Van 1984 tot 1995 werkt ze als vrijwilliger bij Wereldwinkel Het Kruispunt en 19 jaar bij de Stichting Thuis Sterven. Ze draait twee nachtdiensten per week bij mensen thuis.  In 2007 sluit het Giordano Bruno Huis tot verdriet van velen. Co verhuist naar Jutphaas, vallend onder Nieuwegein. Ze gaat als vrijwilliger aan de slag in ‘De Geinsche Hof’, dat geriatrische revalidatiezorg biedt. Met demente bewoners kan ze het goed vinden. Ze is actief bij misvieringen en themadagen. Zo loopt ze drie jaar met de avondvierdaagse mee. Als 80-jarige duwt ze een rolstoel met bewoner, terwijl alleen die het wandelkruisje krijgt. Haar kinderen Jaqueline en Peter trekken dat later ludiek recht. Ze krijgt alsnog een vierdaagsekruisje als eerbetoon voor die tropenjaren rolstoelduwen plus zelf meelopen.

Kerstpoppetje
Bij Eetcafé Rekken is Co vanaf het eerste diner in 2018 van de partij.  Ze is nog zeer goed bij de pinken, weet direct op te lepelen wat ze bij het laatste diner kreeg opgediend. Een lievelingskostje heeft ze niet, ze lust alles. Ze kookt nog elke dag zelfstandig. Het teveel vriest ze in porties, ze wil niet elke dag dezelfde kost. Jaqueline is lid van het kookteam, maar Co wil nooit vooraf horen wat de pot schaft. Co: “Ik wil graag dat het menu mij verrast.” Elke donderdag eet ze samen met haar dochter, waarbij Co kookt. Bij het Eetcafé ziet Jaqueline zichzelf niet zozeer als kok, maar als koksmaatje. Ze valt op door haar creatieve bedenksels, zoals de aankleding van diners. Zo ontwierp ze eens bij elk couvert een fraai kerstpoppetje, dat elke bezoeker na afloop cadeau kreeg.

Worst maken
Jaqueline draait graag worsten met haar moeder. Dat gebeurt nog op de ouderwetse manier. Het vlees mengt ze met allerlei gehaktkruiden, deels met knoflook. Dat gaat dan in de vleesmolen, de worsten komen terecht in echte darmen.  Daarna hangt Jaqueline de worsten in een kast te drogen, na ruim vijf weken zijn ze eetbaar.

Crescendo Rekken rukt uit                                                                                                                   Op 6 november 2021 vierde Co haar 90ste verjaardag. Muziekvereniging Crescendo Rekken zette het feest luister bij. Co is er nu nog opgetogen over.  Bij feestzaal Den Hof kwamen ruim honderd gasten opdagen, onder wie veel Rekkenaren. En dat voor een 90-jarige! Het feest hield ze twee dagen vóór haar verjaardag. Wat als ze de dag erna was overleden? Co: “Dan had ieder een fijn afscheid gehad. En ik een mooi feestje!”

Crescendo Rekken brengt Co Knappstein naar feestzaal Den Hof.            Foto: Jaqueline Knappstein