Hoofdmenu

Het vroegste voorjaar

’t Veurjoar in ‘n kop

De overgang van de winter naar de lente is in de natuur elk jaar weer een bijzondere tijd. In ons klimaat is tussen die twee jaargetijden eigenlijk geen scherpe grens te trekken. De ene dag begin je al aan een koud biertje op een terrasje te denken, maar dan kan het zo maar gebeuren dat je de volgende ochtend weer gewoon de sneeuw van je stoep staat te vegen.

Toch kun  je in de loop van januari al aan de koolmezen merken dat de winter aan de tweede helft is begonnen. Ook al kan het nog erg koud zijn, elke dag is het  weer ietsje langer licht en juist die toenemende daglengte zorgt ervoor dat in de kleine vogellijfjes de hormonen weer rijkelijk beginnen te stromen. En daar is niets tegen opgewassen. Overal om je heen hoor je de roep van de mannetjes, dat wel lijkt op het geluid van een roestige fietspomp. Als koolmeesman is het zaak zo vroeg mogelijk je territorium in te nemen en rivaliserende mannen duidelijk te maken dat ze op moeten hoepelen. En al die drukte is natuurlijk ook bedoeld om indruk te maken op de vrouwen, die alweer bezig zijn alle nestkasten in de buurt te inspecteren. Droomhuis gezocht! Op tijd beginnen is belangrijk, want straks, vanaf half april, zitten de jonge frisgroene eikenbladeren  een paar weken vol met kleine groene rupsjes en laat dat nou net het beste voedsel te zijn om de jonge koolmeesjes mee groot te brengen. Ben je als koolmeespaar te laat met broeden, dan is die rupsenpiek alweer voorbij en loop je het risico dat je nakomelingen, en dat kunnen er zo maar een stuk of tien zijn, jammerlijk verhongeren.

Zo ver is het nog niet, het is nog maar half februari en dat is nog gewoon winter, wat die koolmezen ook mogen denken. Maar ook in de plantenwereld is de lente al duidelijk in aantocht. Hazelaarstruiken horen tot de eerste bloeiers. Dit jaar hadden we opnieuw een zachte winter en de eerste hazelaarstruiken bloeiden dan ook rond de feestdagen. Op dit moment hangen alle struiken vol met de opvallende hangende katjes, “snottebellen” zeiden wij als kind. Hazelaars hebben gescheiden mannelijke en vrouwelijke bloemen: de snottebellen zijn bloeiwijzen met mannelijke bloemen, de vrouwelijke bloemen zitten op dezelfde struik, maar zien er heel anders uit: een klein knopje met rozerode stempels.

 

Het vroegste voorjaar Het vroegste voorjaar

Foto: Mannelijke bloeiwijze hazelaar                             Foto: Vrouwelijke bloeiwijze hazelaar

 

Wanneer je aan de hazelaarkatjes schudt, verspreidt zich een gele wolk van stuifmeel. De wind moet er verder voor zorgen dat het stuifmeel de vrouwelijke bloemen bereikt, zodat daar later lekkere hazelnoten uit groeien. Dat is natuurlijk een schot in het duister en daarom produceert de hazelaar ongelooflijk veel stuifmeel. Mensen die daar allergisch voor zijn kunnen dan hun lol wel weer op, hebben we alweer snottebellen!

Een bekende bloeier van het vroegste voorjaar is natuurlijk het sneeuwklokje. Blijkbaar is de grond rondom Rekken erg geschikt voor deze plantensoort, want ze bloeien hier op heel veel plaatsen in grote plakkaten. Eigenlijk horen sneeuwklokjes niet tot de oorspronkelijk wilde Nederlandse flora. Ze zijn waarschijnlijk al honderden jaren geleden ingevoerd uit het midden en zuiden van Europa om te worden gebruikt als sierplant, net als veel andere kleine bolgewassen. Een bekende groeiplek van dergelijke planten waren de tuinen van stinsen, grote adellijke landgoederen in Friesland, vandaar de naam “stinsenplanten”. Deze planten groeien van nature op de bodem van loofbossen. Door vroeg te bloeien en te groeien profiteren ze van het licht in de tijd dat de loofbomen nog kaal zijn. Zodra deze bomen vol in het blad zitten, wordt het donker op de bosbodem. Dan vergeelt het blad van de sneeuwklokjes en gaan de plantjes in rust.

 

Feb15_Foto3 Het vroegste voorjaar

Foto: Veldje sneeuwklokjes in de berm vande Den Borgweg    Foto: Close up sneeuwklokje

 

Op beschutte plaatsen bloeien nu zelfs al weer de eerste paardenbloemen. Wat opvalt is dat die zo vroeg bloeiende paardenbloemen maar een heel kort bloemstengeltje hebben, veel korter dan later in het jaar. Het is net alsof ze nu liever nog even met hun kop uit de koude wind willen blijven.

 

Het vroegste voorjaar

 

 

 

 

 

 

Foto:  Een vroege paardenbloem

 

In maart en april barst het voorjaar dan in alle hevigheid los. De durfals van het vroegste voorjaar worden dan opgevolgd door een explosie van geuren en kleuren. Nog even en we zitten weer lekker buiten, mèt dat koude biertje!

 

PB, 15-02-2015