Hoofdmenu

Natuurrijk Rekken

Leven na de dood

Het is herfst, de wintertijd is ingegaan en de maïs is geoogst. Van de ene op de andere dag hebben we weer een vrij uitzicht over de kale akkers rond ons dorp, waar ’s avonds mistflarden als witte wieven overheen trekken. En al komt de temperatuur soms nog dicht bij 20 graden, de natuur laat zich niet voor de gek houden. De zwaluwen zijn al lang naar het zuiden vertrokken, grote groepen grauwe en kolganzen vliegen in indrukwekkende V-formaties over het Berkeldal en de eerste wintervogels uit het hoge noorden, zoals koperwieken en kramsvogels, strijken neer op besdragende struiken. De meeste loofbomen zijn al grotendeels kaal en op de bosbodem ligt een dikke laag dood blad. Herfststormen blazen het dode hout uit de bomen en soms wordt zelfs een complete boom door de kracht van de wind geveld.

Maar in de natuur gaat niets verloren: het dode blad wordt afgebroken door allerlei bacteriën, insecten, slakken, wormen, mijten en vooral schimmels. Niet voor niets zien we de meeste paddenstoelen in de herfst. Een paddenstoel is in feite het bovengrondse vruchtlichaam van een schimmel, waarvan het grootste deel in de bodem leeft. Andere specialisten weten weer goed raad met dood hout en stervende bomen. Sommige schimmelsoorten, zoals deze weerschijnzwam, helpen verzwakte bomen graag een handje met het stervensproces en zodra de boom dood is gaan ze ijverig met hun afbraakwerk door.

Natuurrijk Rekken

 

 

 

 

 

 

Foto: Weerschijnzwam aan de Oldenkotseweg in Oldenkotte

Ook dode dieren komen terug in de kringloop. Op een van onze wandelingen vonden we een zieltogende zanglijster. Het arme vogeltje lag met half gesloten oogjes op het pad en stierf enkele minuten later. Geen idee wat de oorzaak was, het diertje leek onbeschadigd.

Natuurrijk Rekken

 

 

 

 

 

 

Foto: Zanglijster RIP

Maar net als geboren is ook het sterven onderdeel van het natuurlijke proces. Dan geldt letterlijk “dood doet leven” en zo’n lijkje is een buitenkansje voor allerlei levensvormen die zich op andermans dood hebben gespecialiseerd. Als er niet toevallig een kraai, buizerd of misschien zelfs een vos voorbij komt, die in het verse kadavertje een smakelijk maaltje ziet, dan is zo’n kleine vogel binnen de kortste helemaal opgegeten door kleinere liefhebbers van de dood. Er blijft er weinig meer over dan wat veren en botjes en zelfs daar zijn weer gegadigden voor. Dit hele leger aan opruimers zorgt er voor dat we eigenlijk helemaal niet zo vaak dode dieren vinden.

Zodra een dier gestorven is, beginnen bacteriën onmiddellijk met de eerste afbraak. De geur, die hierbij vrijkomt, trekt van heinde en ver vliegen en aaskevers aan, die meestal als eerste die bij het lijkje aankomen. Vliegen leggen hun eieren op het dode dier en al snel krioelt het van de maden. Aaskevers pakken het weer op een andere manier aan. Een bijzondere aaskever is de doodgraver. Van deze zwart met oranje gekleurde kevers hebben vooral de mannetjes een extreem goed reukvermogen.

Natuurrijk Rekken

 

 

 

 

 

 

Foto: Doodgraver en vlieg op een dood dier

Zodra een doodgravermannetje op een dierenlijkje is geland, lokt hij met speciale geurstoffen een vrouwtje. Andere doodgravers worden door het jonge paar van het dode dier verjaagd en samen doen ze hun naam eer aan door de grond onder het lijkje te verwijderen zodat het langzaam maar zeker wordt begraven. Ze geven een stof af die de groei van bacteriën, hun concurrenten, tegengaat.

Het vrouwtje van de doodgraver graaft vlakbij het dode dier een gang in de grond waarin ze haar eitjes legt. De larven, die uit deze eieren kruipen, doen zich tegoed aan het dode dier waarbij ze in het begin zelfs door het ouderpaar worden gevoerd met voorverteerd voedsel. De volwassen kevers voeden zich vooral met de maden van de vliegen, die eerder hun eieren in het kadavertje hebben gelegd. Zo slaan ze meerdere vliegen in één klap: de vliegenmaden zijn prima voedsel en daarbij schakelen ze zo nog een concurrent uit.

Maar ook de doodgraver ontkomt er niet aan dat van hem geprofiteerd wordt. Heel vaak vind je op een doodgraver hele kleine diertjes, die wel wat op spinnetjes lijken. Het gaat hier om mijten, die ook van dode dieren leven. Ze gebruiken de kever als een transportmiddel, dat ze snel en doeltreffend bij een volgend kadaver brengt. Een enkele keer heeft zo’n doodgraver wel heel veel pech en ziet hij eruit als de metro van Tokyo in het spitsuur, zoals dit exemplaar, gevonden op een fietspad langs de Berkel bij Rekken.

Natuurrijk Rekken

 

 

 

 

 

Foto: Doodgraver overdekt met meeliftende mijten

Alle afbraak is niets anders dan recycling: wat uiteindelijk overblijft zijn voedingsstoffen voor planten, die ervoor zorgen dat we in het voorjaar weer van het frisse groen van de bomen en struiken en de prachtige bloemen langs de oevers van de Berkel kunnen genieten.

 

PB, 28 oktober 2014