Natuurrijk Rekken
Nieuwkomers in de natuur
De afgelopen tijd konden we genieten van alweer een schitterende BBC-natuurserie, dit keer “Life Story”, in Nederland uitgezonden door de EO. In één van de afleveringen werd de trek van een kudde gnoes gevolgd. Miljoenen van deze wilde runderen gaan op de Oost-Afrikaanse vlaktes ieder jaar weer in de droge tijd op zoek naar gebieden met vers gras. Tijdens hun honderden kilometers lange trektocht worden de kuddes voortdurend gevolgd door hordes hongerige leeuwen, jachtluipaarden en hyena’s, die regelmatig hun slag slaan. Dramatisch waren de beelden waarbij een kudde een snelstromende rivier moest oversteken, waarin enorme krokodillen op de gnoes lagen te wachten. Vooral de jonge en verzwakte dieren moesten het ontgelden en wie aan de krokodillen ontkwam, liep nog de kans door de stroom te worden meegesleurd en in het kolkende water te verdrinken. Het bloederige tafereel werd op een afstandje bekeken door enkele ganzen.
Overstekende kuddes gnoes zullen we aan onze eigen Berkel niet gauw tegenkomen. Wij zullen het moeten doen met onze gewone melkkoeien, die bij warm weer graag verkoeling in het water zoeken zonder dat ze zich zorgen hoeven te maken tussen krokodillenkaken te worden vermalen.
Foto: Koeien langs de Berkel
Maar toch: een klein beetje Afrika kunnen we ook in ons boerenland tegenkomen! Ongeveer 50 jaar geleden ontsnapten enkele Afrikaanse ganzen uit de collectie van liefhebbers van siervogels, precies dezelfde ganzensoort als in die natuurfilm. Het gaat hier om Nijlganzen en die bleken geen enkele moeite te hebben hier in te burgeren, want al snel (1967) broedde in Nederland het eerste wilde Nijlganzenpaartje. En het werden er meer en meer, tot grote schrik van natuurbeschermers, want wat zou het effect van deze “agressieve en luidruchtige exoten” op onze inheemse watervogels zijn? Dat bleek uiteindelijk gelukkig allemaal wel mee te vallen. Zoals zo vaak wanneer een diersoort zich nieuw in een gebied vestigt, werden de Nijlganzen in het begin snel talrijker, maar uiteindelijk stabiliseerde hun aantal zich. En er zijn nooit bewijzen gevonden dat ze een negatieve invloed op andere diersoorten hebben. Tegenwoordig broeden er in ons land ongeveer 5.000 paartjes Nijlganzen, die biologisch gezien eigenlijk niet tot de ganzen, maar tot de eenden behoren. Onder andere in de graslanden langs de Berkel zijn ze regelmatig te vinden.
Foto: Nijlgans in grasland aan de Berkel
De Nijlganzen zijn lang niet het enige voorbeeld van succesvolle integratie van nieuwkomers in de natuur. Er zijn er meer, ook in en om Rekken:
Een veel voorkomende “exotische” broedvogel in het dorp Rekken is de Turkse tortel. In deze tijd van het jaar hoor je overal in het dorp het koeren van de mannetjes, vaak vanaf een hoog punt. Ze broeden het liefst in hoge coniferen en kunnen per seizoen wel 5 nesten grootbrengen. De Turkse tortel heeft zich vanaf 1900 vanuit, hoe kan het ook anders, Turkije spontaan uitgebreid over bijna heel Europa en later zelfs tot in Noord-Amerika. Na het eerste Nederlandse broedgeval in 1950 groeide het aantal tortelduiven naar 125.000 paartjes rond 1980. Nu is dat ongeveer de helft en hun aantal lijkt stabiel. De Turkse tortel is vaak de prooi van de sperwer, die ook in de straten van het dorp Rekken regelmatig jagend tussen de huizen te zien is.
Foto: Turkse tortel: koerend mannetje
De Noord-Amerikaanse muskusrat werd aan het begin van de vorige eeuw in Oost-Europa ingevoerd als pelsdier. De huid van dit dier werd en wordt gebruik om er onder andere bontjassen (bisam) van te maken. Ontsnapte of losgelaten muskusratten bleken zich in Europa uitstekend thuis te voelen en begonnen, geholpen door hun razendsnelle voortplanting, aan een indrukwekkende opmars. Nu maken muskusratten er een gewoonte van uitgebreide gangenstelsels in oevers en dijken te graven en vooral in een laagliggend land als Nederland is dat een slecht idee. Waterkeringen kunnen hierdoor verzakken en landbouwmachines kantelen. Daarom bestrijden de waterschappen dit knaagdier intensief. Langs de Berkel en andere waterlopen in de omgeving van Rekken zijn daarom vele vangkooien voor muskusratten geplaatst. De bestrijding lijkt effect te hebben want het aantal gevangen muskusratten neemt de laatste jaren flink af.
Foto: Vangkooi voor muskusratten
Dit waren maar enkele voorbeelden van succesvolle immigranten. Van veel dier- en plantensoorten realiseren we ons vaak hun “allochtone” afkomst al niet eens meer. Denk maar eens aan het konijn, in de middeleeuwen ingevoerd vanuit het Middellandse Zeegebied, en niet te vergeten de fazant, oorspronkelijk afkomstig uit Azië en waarschijnlijk al aan het begin van onze jaartelling als smakelijk jachtwild door de Romeinen meegebracht. Vooral op de nog kale maïsakkers rond Rekken zie en hoor je nu overal de schitterend gekleurde fazantenhanen, die met hun balts proberen indruk te maken op de hennen.
Foto: Fazantenhaan op een kale maïsakker…
|
Foto: ….. en zijn dames |
Ook zij zijn een voorbeeld van nieuwkomers die, net als de meeste van hun menselijke tegenhangers, na een tijdje een prima plekje blijken te hebben gevonden in hun nieuwe leefomgeving.
PB, 15-04-2015