Over decemberwarmte en witte reigers
“Warmterecord midden december verpulverd”, zo kopte de website Weeronline begin deze week. “In de periode van 11 t/m 20 december lag de gemiddelde temperatuur op 9,7 graden tegen slechts 3,5 normaal. Het midden van december is niet eerder zo warm verlopen. Het oude record van 8,1 graden uit 1956 is daarmee verpulverd.” De weersvooruitzichten voor de nog resterende dagen van 2015 zijn ook uitzonderlijk: de verwachting is dat de maximum temperatuur in Oost-Nederland tot en met 31 december steeds hoger zal zijn dan 10 graden Celsius en de nachttemperatuur zal niet lager komen dan een graad of 7. Op dagen dat de zon even doorbreekt voelt het gewoon als lente.
We sturen elkaar rond deze tijd massaal kerstkaarten met afbeeldingen van ijskoude besneeuwde landschappen, maar hoe anders is de werkelijkheid, want een witte kerst zit er dit jaar zeker niet in. En hoe reageert de natuur nu op deze “winterwarmte”? Afgelopen week hoorden we al de eerste merels zingen, koerden de Turkse tortels en houtduiven en onder onze carport vloog een vleermuis rond, die eigenlijk in winterslaap had moeten zijn. Typische winterbloeiers als de winterjasmijn en Japanse sierkers bloeien al wekenlang onafgebroken en ook de eerste sneeuwklokjes zijn al gesignaleerd. Maar ook planten die in de winter normaal gesproken nooit bloeien, zoals tuinrozen, dragen nog volop bloemen en op de diepgroene gazons groeit het gras nog vrolijk door. Ook zijn er nog opvallend veel wilde planten die nog in bloei staan. Deze foto’s van bloeiende wilde planten zijn op 21 december, de kortste dag van het jaar, in en rond Rekken gemaakt.
Na de zeer zachte winter van 2014/2015 lijkt het deze winter dezelfde kant op te gaan. Klimaatverandering, we kunnen er eigenlijk niet meer omheen.
Zoals zo vaak bij grote veranderingen levert de klimaatverandering verliezers en winnaars op. Verliezers van het warmer wordende klimaat zouden wel eens trekvogels zoals de bonte vliegenvanger kunnen zijn. Bonte vliegenvangers voeden hun jongen in het voorjaar met rupsen die leven van jong eikenblad. Door het warmer wordende klimaat verschijnen de jonge eikenbladeren en daarmee de voedzame rupsen steeds vroeger in het jaar. De bonte vliegenvanger overwintert in West-Afrika en nu blijkt dat deze vogeltjes de laatste jaren pas terugkeren wanneer de meeste rupsen al zijn verpopt en niet meer eetbaar zijn. De bonte vliegenvanger vindt als het ware de hond in de pot.
De winnaars zijn vooral de planten- en diersoorten die profiteren van het achterwege blijven van ijs en sneeuw. Een grote winnaar is het ijsvogeltje, dat vaak te zien is langs de Berkel en andere beken rond Rekken. IJsvogels leven van kleine visjes, die ze vangen door in het water te duiken vanaf een over het water hangende tak, of vanaf een meegedreven, boven het water uitstekende Duitse vuilcontainer, zoals afgelopen zomer in de Berkel. Bij strenge vorst, wanneer een ijslaag de waterspiegel bedekt, verzamelen ijsvogels zich vaak bij de laatste wakken. Maar wanneer bij aanhoudende vorst ook deze dichtvriezen, verhongeren ze in grote aantallen. Door de zachte winters van de laatste jaren doen ijsvogels het heel goed. Hun aantal is explosief gegroeid: het aantal broedparen is sinds 2013 ongeveer verdrievoudigd. Ook de sterk verbeterde kwaliteit van het water in onze beken en rivieren, waardoor er veel meer vis in leeft, is voor de ijsvogel gunstig.
Een opvallende vogel, die we de laatste jaren in de winter steeds meer in onze omgeving zien, is de grote zilverreiger. Vroeger was deze hagelwitte vogel zeldzaam, maar tegenwoordig zijn rond Rekken in de winter altijd wel grote zilverreigers te zien, o.a. in de weilanden aan de Havelandweg en bij het moerasgebied langs de Ramsbeek op het punt waar deze de Rekkenseweg kruist. Deze vogel broedt sinds het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw op enkele plaatsen in ons land (o.a. in de Oostvaardersplassen), maar de vogels die we bij ons in de winter zien, zijn vooral overwinteraars uit Oost-Europa. Er is de laatste jaren ook steeds meer nieuwe natuur langs beken en rivieren aangelegd waar deze reigers voedsel kunnen vinden en misschien zelfs tot broeden kunnen komen.
Het is niet zeker of het warmer worden van het klimaat bijdraagt aan de toename van het aantal grote zilverreigers. Een soort waarvoor dit hoogstwaarschijnlijk wel geldt is de in ons land veel zeldzamere kleine zilverreiger. Deze vogelsoort komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar komt de laatste jaren steeds noordelijker voor. In Nederland broedt de kleine zilverreiger in klein aantal. In Oost-Nederland zijn ze zeer zelden te zien, maar in de nazomer van 2014 verbleven er enige tijd drie in het Haaksberger Veen.
We zullen zien wat de winter ons nog brengt, want klimaatverandering of niet, niets is veranderlijker dan het weer. En misschien ziet het er over een paar weken wel uit zoals op deze foto van enkele jaren geleden.
PB, 23-12-2015