Hoofdmenu

Herman van ‘de Weâver’ uit Rekken

Reis naar Amerika

Vele (jonge) inwoners uit Rekken weten mogelijk niet dat een van de grondleggers van de maisteelt in Nederland uit Rekken kwam. Herman Bennink oftewel Herman van ‘de Weâver’ was een slimme jongeman met een goede landbouwopleiding en algemene ontwikkeling. Na zijn militaire dienst vertrok hij in 1918 naar Amerika om daar zijn geluk te beproeven. De reis was pittig, door een zware storm die dagenlang duurde en werden veel mensen zeeziek.

 

 

 

 

 

Zo ook een Hollandse jongedame Emmy die daarom bed moest houden. Ze verveelde zich enorm en navraag naar Hollandse lectuur bracht haar uiteindelijk in contact met Herman. Gedurende de reis zochten ze elkaar vaak op en ontstond een romance. Na een aantal jaar elkaar uit het oog te zijn verloren bloeide bij een nieuwe ontmoeting de liefde weer op. Het stel besloot te trouwen en samen te gaan wonen op een Amerikaanse farm.

 

1939Terug naar Rekken

Na een avontuur in Amerika van een aantal jaar keerden Herman en Emmy in 1936 terug naar Rekken. Hier aan plannen en ideeën geen gebrek. Het reizen door de States had de blik van Herman met betrekking tot landbouw flink verruimd. Hij verwachtte dat binnen korte tijd in ons land de tractor de plek van het paard in zou nemen en de maisteelt op grote schaal zijn intrede zou doen. Dit idee werd niet gedeeld door de boeren uit Rekken. Toch was Herman vastbesloten om in Nederland met de maisteelt te beginnen en nieuwe aan het klimaat aangepaste rassen te gaan kweken. En zo verschenen er in de dertiger jaren in Rekken en omgeving kweekvelden mais. Het was uniek voor Nederland maar de Rekkenaren waren er niet van onder de indruk: “Bi’j den Weâver hebt ze altied wat bezunders”. Toch ging Herman onverstoorbaar verder.

 

Tweede wereldoorlog

Dan breekt de oorlog uit, ook voor de Benninks niet zonder gevolgen. Aangezien Herman en zijn dochter Erna Amerikaans staatsburger waren werden ze als zodanig geïnterneerd. Herman kwam in een Duits interneringskamp terecht maar liet dit niet zomaar over zich heen komen. Hij vroeg een gesprek aan met de kamp commandant en gaf aan dat ze er bepaald niet verstandig aan doen hem te interneren aangezien dit de ontwikkeling van de maiscultuur blokkeerde. Duitsland kon wat mais-invoer betreft volledig onafhankelijk worden van Amerika voor door het zelf te verbouwen hield hij de commandant voor maar dan moesten ze Herman wel z’n gang laten gaan aangezien hij de enige mais-kweker in Europa is. Tot zijn eigen verbazing slaagde het plan en kregen hij en zijn dochter weer alle vrijheid en kon het werk voortgezet worden.

 

Concurrentie ligt op de loer

Met veel energie en vertrouwen zette Herman het werk na de oorlog voort en gebruikte daarbij voor die tijd nog een volkomen nieuwe methode. In 1948 bracht hij gelijktijdig met het poten van de mais wat fosfaat bij de korrel zodat het jonge plantje al direct over de nodige voeding kon beschikken. Vele jaren later werd deze methode algemeen door de landbouw overgenomen. Maar langzaamaan ontstond er concurrentie en begin jaren vijftig was Herman niet meer de enige Nederlandse maiskweker. Een zekere Van der Have zag ook toekomst in de teelt van dit gewas. Het werd een race tegen de klok om als eerste een nieuw ras op de markt te brengen. Om tijd te winnen vertrok Herman in 1951 naar Zuid-Afrika waar het klimaat beter was.

 

Vliegtuigongeluk

Uiteindelijk slaagde de maisoogst en maakte Herman zich in maart 1952 gereed voor de terugreis naar Nederland. Helaas kwam een abrupt einde aan zijn levenswerk. Tijdens het laatste traject van de vlucht stortte het KLM toestel, de ‘Koningin Juliana’ waarmee Herman reisde, bij Frankfurt neer. Alleen een stewardess overleefde de ramp. Op het kerkhof van Rekken is het graf te vinden waar Herman Bennink ligt samen met zijn vrouw Emmy Elling, het meisje dat hij op de boot naar Amerika ontmoette. Boven de namen op de steen is een aardbol afgebeeld, het randschrift draagt met recht ‘World Citizen’ oftewel wereldburger.

 

Bron:

Informatie en foto van Herman Bennink komt uit: Old Ni-js, 1989 – no. 11

Tekst: Lotte Roos

Foto van de woning: Annie Kok-Papenborg